Mededingingswet
Artikel 5f
1
Indien naar het oordeel van Onze Minister de raad bij de uitoefening van zijn taak ernstig in gebreke blijft, kan Onze Minister de noodzakelijke voorzieningen treffen.
2
De voorzieningen worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, niet eerder getroffen dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld om binnen een door Onze Minister te stellen termijn alsnog zijn taak naar behoren uit te voeren.
3
Indien de in het eerste lid bedoelde taakverwaarlozing betrekking heeft op werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van een andere wet als bedoeld in artikel 5, treft Onze Minister de voorzieningen na overleg met Onze andere Minister wie het aangaat.
4
Onze Minister stelt de beide kamers der Staten-Generaal onverwijld in kennis van door hem getroffen voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.